De meeste oefeningen en situatie zijn voor de opleiding Social Work. Docent bekijkt of er onderdelen bij zijn die ook voor de starters gebruikt kunnen worden.

Terug naar overzicht

----------

Cliënt bespreken en een begeleidingsplan opstellen (2).

Bert Klaver was een voorspoedige leerling op het VWO en koos voor een studie aan de Technische Universiteit. Tijdens de VWO was hij niet opvallend, ging rustig zijn eigen weg en studeerde goed.
Tijdens de overstap naar de Universiteit werd Bert ziek. Hij ging heel slecht slapen en spookte ’s nachts door het huis, tot ergernis van zijn huisgenoten. Overdag voelde hij zich niet in staat te werken. Hij leek depressief, meed contacten en zei weinig. Op een dag ontdekten vrienden dat hij reageerde op stemmen, die hem kennelijk bedreigden. Hij wilde daar niets over vertellen, wel uitte hij zich tobberig over zelfbevrediging. Hij schreef het daaraan toe dat hij zich zo stijf en trillerig voelde. Later deden zich trekkingen voor in zijn gezicht. Bert ging zichzelf zodanig verwaarlozen dat zijn ouders hem naar huis haalden. Ze schrokken van zijn toestand; hij kwam soms bijna niet uit zijn woorden, herhaalde zinloos wat anderen zeiden en na enige tijd verviel hij tot volstrekt stilzwijgen.
Wat ze ook deden, Bert keek hen zwijgend aan. Hij was volkomen inactief, lag bijna voortdurend in bed en nam daar ongemakkelijke houdingen aan, waarin hij urenlang volhardde. Opname volgde. Bert werd, nadat zijn situatie was verbeterd, ontslagen maar moest een half jaar later toch weer worden opgenomen, nu omdat hij ineens in paniek was en de hele boel vernielde. Hij bleef nu langdurig opgenomen. Hij was belast met vaste taken die hij betrouwbaar uitvoerde; daarbuiten waren zijn mogelijkheden echter beperkt. Hij viel op door zijn voortdurende grimassen en vreemde bewegingen. Uiteindelijk vertrok hij naar een beschermende woonvorm.
1. Van welke psychiatrische stoornis is er sprake bij Bert?
2. Waarom? Welke verschijnselen zie je bij Bert die duiden op deze stoornis?
3. Welke verschijnselen zijn niet helemaal helder voor je? Zoek dit op en schrijf de betekenis op.

Jij bent begeleider van Bert binnen de beschermde woonvorm.
4. Verklaar de reden dat Bert uiteindelijk in een beschermde woonvorm moet verblijven.
5. Noem tenminste 3 aandachtspunten die je meeneemt in het begeleidingsplan om vervolgens als doel te formuleren.
6. Hoe kom je er achter wat stressoren voor Bert zijn?

Vanuit de informatie op vraag 6 wordt duidelijk dat stressoren van Bert o.a. zijn: te veel taken/activiteiten levert veel druk op, sociale druk, conflicten in huis, problemen met familie, geld zorgen, onvoldoende structuur in zijn leven, hoge frequentie van internetten.

Als begeleider besluit je een plan te maken voor Bert, ter voorkoming van terugkeer van psychoses (= recidieven)
7. Waarom is het belangrijk om een dergelijk plan te maken?
8. Welk lange termijn doel zouden jullie voor Bert opstellen?

Terug naar overzicht