De meeste oefeningen en situatie zijn voor de opleiding Social Work. Docent bekijkt of er onderdelen bij zijn die ook voor de starters gebruikt kunnen worden.

Terug naar overzicht

----------

Cliënt bespreken en een begeleidingsplan opstellen (1).

Je werkt als begeleider op een woongroep waar Ina woont. Ze is een meisje van een jaar of 14 waar je moeilijk hoogte van kunt krijgen. De ene keer is ze heel vrolijk, prijst ze jou als begeleider helemaal de hemel in, de andere keer maakt ze je weer zwart en is haar stemming down of heel labiel.
Ze weet je ook altijd zo aan te spreken dat ze je persoonlijk kan raken. Je baalt daarvan, maar vindt het ook nog moeilijk om hier mee om te gaan.
Ina heeft volgens jou best toekomst mogelijkheden, alleen lijkt ze er met de pet naar te gooien. Zo is ze net weer gestopt met haar opleiding mode en kleding en heeft regelmatig nieuwe vriendjes. Ina kan soms voor heel veel sfeer zorgen en een andere keer zet ze de groep ook regelmatig op de kop.
Ook is ze vaak het onderwerp van gesprek in het team wat soms uitmond in conflicten.

a. Hoe zou je de stoornis van Ina willen omschrijven als je dit zo leest en waarom? Motiveer je antwoord.
b. Hoe zou het komen dat jullie binnen het team regelmatig geharrewar hebben n.a.v. Ina? Hoe noem je dat gedrag?
c. Wat stel je voor hoe daar mee om te gaan binnen het team? En hoe is je houding naar Ina?

Op een dag als jij dienst hebt vraagt Ina je of je met haar uit wil gaan, vanmiddag als er nog een collega is. Daar heeft ze nou echt zin in. Ze heeft nieuwe kleren gekocht, een zeer kort en gewaagd rokje en vraagt speciaal jou mee, omdat jij nou eenmaal haar lievelingsbegeleider bent.
d. Hoe reageer je op dit voorstel? Wat doe je? En waarom?

Het zou kunnen zijn dat je mee gaat met Ina. Maar in het geval je nee hebt gezegd……(deze vragen ook maken als je ja hebt gezegd).
Ina voelt zich erg afgewezen omdat je niet met haar mee gaat.
Even later hoor je allerlei geluid uit een ander vertrek. Je gaat er heen, ziet dat die ruimte veranderd is in een ravage en Ina houdt haar handen omhoog om te laten zien hoe ze zichzelf in haar armen heeft gesneden.

e. Hoe noem je dit gedrag?
f. Wat zijn mogelijke oorzaken voor dit gedrag?
g. Hoe kijk je persoonlijk aan tegen dit zelfbeschadigend gedrag? Hoe denk je dat je persoonlijk hierop geneigd bent te reageren?
h. Beschrijf stap voor stap hoe je vervolgens professioneel gaat handelen.

Bovenstaand gedrag komt veel vaker voor bij Ina. Ook kan ze soms behoorlijke agressieve buien hebben. Ze lijkt zich dan niet goed te kunnen beheersen.

i. Maak een begeleidingsplan voor Ina volgens de stappen van het methodisch handelen.
Maak het zo concreet mogelijk.
j. Waarom zou het nodig zijn om het zo concreet mogelijk te maken?
k. Wat voor activiteiten zou je Ina aan kunnen bieden om je doel(en) onder i genoemd te behalen?
l. Wat zijn activiteiten die je in ieder geval niet zou aanbieden en met wat voor materiaal je in ieder geval niet zal gaan werken (m.b.t. op vraag e tot h).

Terug naar overzicht