Feel welcome
 

De meeste oefeningen en situatie zijn voor de opleiding Social Work. Docent bekijkt of er onderdelen bij zijn die ook voor de starters gebruikt kunnen worden.


Terug naar overzicht

----------

Vergadering: Mag er een hond in de groep komen?

Rol 1: Je bent de voorzitter en je leidt het onderwerp in.
Een bewoner van de groep kan van haar broer een jonge hond krijgen.
Je hebt zo nodig 45 minuten beschikbaar om dit onderwerp te bespreken.
Je opent de vergadering en leidt deze in goede banen, zodat de vergadering een verantwoord besluit neemt.
Je werkt zelf niet op de groep en laat de teamleden duidelijk merken:
Dat het jou niet uitmaakt of er een hond komt.



Rol 2: Je bent iemand die precies wil weten waar hij aan toe is:
- Hoe zijn de procedures?
- Wat bedoelen mensen precies met wat ze zeggen?
- Houden we de tijd wel in de gaten?
Je bent een 'Pietje precies'.
Je ziet allemaal problemen, wat jou betreft komt de hond niet.



Rol 3: Je bent het type "verzoener".
Je probeert tegengestelde meningen met elkaar te verzoenen, compromisvoorstellen te doen, de spanning te verminderen en anderen bij de discussie te betrekken.
Je bent een grote dierenvriend en wilt dat de hond wel komt.
Bewoners zijn enthousiast.
Door je non-verbale gedrag laat je iemand die aan het woord is duidelijk merken of je het met diegene eens bent of niet.


Rol 4: Je bent onverschillig en je houdt van een geintje.
Gebruik je 'humor' om goede argumenten van collega’s die de hond in de groep willen hebben, belachelijk te maken.
Je vertelt dat je een allergie hebt (dit is niet het geval) en verzwijgt dat je het vervelend vindt om de hond uit te laten.
Want jij weet als geen ander, dat niet de bewoners maar de groepsleiding de hond moet gaan verzorgen.
Wat jou betreft komt er dus geen hond.
Door je non-verbale gedrag laat je het de ander duidelijk merken, als je het niet met hem/haar eens bent.





Rol 5: Je bent een dominant figuur.
Type doordrammer, die zal laten zien dat hij gelijk heeft.
De hond moet en zal komen.
Je brengt geen nieuwe argumenten naar voren, maar torpedeert alle motieven om de hond buiten de groep te houden.
Stem verheffen is één van je "sterke" kanten; daarnaast vind je het moeilijk om een ander uit te laten praten.
Je hebt ook nog een ander punt op de agenda staan en ziet dit door tijdgebrek van de agenda verdwijnen.



Rol 6: Je reageert emotioneel en fel op zaken en personen.
Je voelt je snel aangevallen, vooral door mensen die het niet eens zijn met jouw idee om de hond wel in de groep te halen.
Als anderen aan het woord zijn, praat je met je 'buur' en vertelt nogmaals jouw mening.
Je hebt grote twijfels bij de allergie van je collega want vorige keer………..



Rol 7: Je zegt alleen maar iets over de manier waarop mensen
elkaar aanspreken.
Je neemt verder geen deel aan de inhoudelijke discussie.
Geeft de vergadering af en toe het gevoel dat je niet bij de les bent.
Je blijft vaag over jouw mening, totdat er mogelijk gestemd gaat worden;
dan ben je er tegen dat de hond in de groep komt.



Observeren:

- Spreek met elkaar af wie je gaat observeren en waar je op gaat letten.
Bijvoorbeeld:
- Hoe speelt iemand zijn rol.
- Wat is het effect van het gedrag op de voortgang van de vergadering.










Terug naar overzicht