Feel welcome
 

"Starters" zijn studenten die aan het begin van hun beroepsopleiding staan. Hebben nog geen schooldiploma gehaald en zijn veelal op zoek naar hun eerste positieve ervaring met school.  Studenten kiezen zelf welke lessen zij aan deelnemen en  hun ervaring, kennis en interesse zijn een wezenlijk onderdeel van de les.


Lessen voor starters.

Er zijn momenteel geen berichten.



 


Terug naar overzicht

----------

Straffen en belonen (kinderen tot 12 jaar).

Waar kiezen we voor, denken we er over na?
Waarom straf?
- Iets gedaan wat niet mag, bv. wet overtreden.
- Heeft zich niet aan de afspraken of regels gehouden.
- Heeft te weinig geproduceerd of kapot gemaakt.
- Moet ervan leren.
- Herhaling tegen gaan.
- Genoeg doening.
- Anderen laten weten wat er kan gebeuren als je iets fout doet.

Waarom belonen?
- Je wilt het gedrag weer zien.
- Positieve benadering.
- Anderen laten weten wat er kan gebeuren als je iets goed doet.

Aandachtspunten per leeftijd:
- Kinderen onder de 5-6 jaar niet te veel of te lang uitleg geven. Geen lange gesprekken met de kinderen voeren.
Peuters zitten vaak in de waaromfase.
- Vanaf ongeveer 6 jaar begint het geweten van een kind zich langzaam te ontwikkelen, je kunt uitleg geven.
- Vanaf 11 - 12 jaar: zelf laten meedenken over de straf.
- Op tijd: geef straf op het juiste moment (kind van 4 jaar straf je direct, een ouder kind mag bijvoorbeeld ’s avonds geen tv kijken als hij in de ochtend iets misdaan heeft)

Straf geven:
- Eerst waarschuwen: geef aan waar de grens ligt.
- In verhouding: te lichte straf maakt geen indruk, een te zware straf brengt een kind in verwarring.
- Als je een kind te vaak straft kan het zich slechter gaan gedragen.
- De straf moet verband houden met het foute gedrag.
- Afkoelen op de gang; aantal minuten time out.
- Onthoudingsstraf (bv. geen tv-kijken)
- Standje geven: gedrag afkeuren.
- Iets niet geven (voorkomen is nog beter: zet de taart hoger, zodat ze er niet bij kunnen).
- Iets leuks afnemen (speelgoed, zakgeld, geen snoepje).
- Negeren
- Iets laten doen, bv. afdrogen of aanvegen.

Als je een kind gestraft hebt, moet je er later niet weer over beginnen. Actie >>>>>> reactie >>>>> punt erachter.

Waar kan je een kind beter niet mee straffen?
- Voor straf naar bed (bed moet een veilige plek blijven)
- Eten, slapen en drinken onthouden, dit zijn levensbehoeften
- Als je kind al oprecht spijt heeft, niet straffen.
- Slaan of andere lijfstraffen, dit is wel cultuurgebonden.
- Pedagogische tik mag wel (alleen eigen kinderen?)
-

Waarom belonen:
- Door te belonen neemt het positieve gedrag toe, het kind zal vaker beloond willen worden, waardoor het hetzelfde gewenste gedrag zal laten zien.
- Door complimenten te geven zal het kind meer zelfvertrouwen krijgen en een beter zelfbeeld ontwikkelen.
- Door te belonen komt er meer een evenwicht tussen straffen en belonen.

Op welke manieren belonen:

Probeer niet met materiële dingen (cadeautjes) of met snoep te belonen, maar met aandacht:
- Een spelletje spelen
- Opblijven
- Vertellen wat het kind zo goed gedaan heeft
- Speciale aandacht van papa/mama, voetballen met papa
- Langer buiten spelen
- Film kijken of voorlezen
- Aai over de bol, duim omhoog, knuffel of knipoog
- Compliment geven


Soms is het goed om gedrag te negeren, dat doe je zo:
- Niet reageren en omdraaien
- Geen oogcontact maken
- Niks zeggen
- Weglopen uit de situatie
- Neutraal kijken



Aandachtspunten bij straffen:
- Zo snel mogelijk na de daad.
- Geen wraakactie.
- Uitleg geven.
- Moet passen bij de daad.
- Niet te veel en te vaak.
- Overdrijf niet.
- Duidelijk einde straf.



Terug naar overzicht