"Starters" zijn studenten die aan het begin van hun beroepsopleiding staan. Hebben nog geen schooldiploma gehaald en zijn veelal op zoek naar hun eerste positieve ervaring met school. Studenten kiezen zelf welke lessen zij aan deelnemen en hun ervaring, kennis en interesse zijn een wezenlijk onderdeel van de les.
Terug naar overzicht
----------
Pesten.
Doel van de les is dat je meer te weten komt over pesten.
1. Wat is het verschil tussen plagen en pesten?
2. Welke partijen zijn er betrokken bij pesten?
3. Waarom gaat iemand pesten?
4. Hoe wordt iemand gepest met woorden?
5. Hoe wordt iemand lichamelijk gepest?
6. Welke andere manieren zijn er om iemand te pesten?
Plagen:
Beide partijen zijn even sterk.
De plager heeft niet de bedoeling om de ander te beschadigen.
Het is als grapje bedoeld.
Beide partijen mogen elkaar eigenlijk wel.
Pesten:
Steeds weer terugkerend geweld van een leerling of groep t.o.v. een of meerdere klasgenoten, die niet in staat is/zijn zichzelf te verdedigen.
Het doel is om de ander te vernederen, te kwetsen en of pijn te doen.
Wie zijn er betrokken bij het pesten?
Pester(s)
Slachtoffer(s)
Meeloper(s)
Omgeving (ouders, leerkracht, coach en anderen)
Waarom pesten mensen?
• Jaloers.
• Populair zijn, stoer doen en indruk willen maken op anderen.
• Je hebt problemen waar je niet over kunt praten en gaat dan afreageren op anderen.
• Negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.
• Pesten om zelf niet gepest te worden.
• Groepsdruk (je wilt erbij horen).
• Angst om buiten gesloten te worden.
• Verwachtingen van ouders.
• Eenzaam en je wilt aandacht (negatieve aandacht is aandacht).
• Opvoeding, de waarden en normen die je hebt meegekregen.
• Willen laten zien wie de baas is (macht), denk aan docenten.
Je kunt iemand pesten met woorden:
Belachelijk maken, uitlachen
Kleineren, vernederen
Schelden, bijnamen geven
Roddelen, bedreigen
Briefjes, e-mails of sms-berichten sturen
Je kunt iemand lichamelijk pesten:
Klem zetten, vastbinden of opsluiten.
Trekken, duwen, schoppen, slaan of op andere manieren lichamelijk pijn doen.
Je kunt iemand op andere manieren pesten:
Negeren of buitensluiten.
Andere opzetten tegen iemand.
Chanteren.
Spullen aftroggelen of geld afpersen.
Achterna lopen.
Digitaal pesten.
Bezittingen waar iemand aan gehecht is verstoppen, afpakken of vernielen.
Stelling 1.
Als een kind een slechte verhouding met z'n ouders heeft (gehad) en deze te weinig interesse in hem hebben/hadden, is de kans groot dat het kind een pester wordt. Een slechte thuissituatie kan er ook voor zorgen dat kinderen gaan pesten, bv. om zich af te reageren.
Stelling 2.
Kinderen die pesten zullen thuis niet snel over het pesten praten.
Pesters weten vaak zelf niet waarom ze iemand pesten. Ook dringt het niet altijd tot hen door hoe erg hun gepest voor het slachtoffer is.
Stelling 3.
Meestal voelen pesters zich niet schuldig dat ze pesten, vooral als ze met een groepje zijn. Het slachtoffer zien ze als een stommeling die ‘erom vraagt om gepest te worden’.
Stelling 4.
Mensen die pesten hebben vaak weinig of geen zelfvertrouwen.
Terug naar overzicht
Contact via info@feelwelcome.eu