Deze lessen zijn bedoeld voor de studenten van de opleiding Social work.
Opleiding Social Work.
Terug naar overzicht
----------
Beroepshouding.
Ieder vult zonder uitleg onderstaande lijst voor zichzelf in.
Tijdens het invullen zullen er vragen komen wat er bedoeld wordt en om welke situaties het gaat. Geen uitleg, gewoon invullen.
Als iedereen alles ingevuld heeft dan gaat de eerste student een vraag stellen aan de ander “wil jij vraag 2 voorlezen”. Student leest de vraag met wat hij geschreven heeft voor. De vrager doet dit ook. Volgende student mag iemand vragen. Tijdens de les komen de studenten er achter dat het en verschil is wie je voor je hebt en in welke situatie het zich afspeelt. Als je zus je een grote mond in de keuken geeft zal je waarschijnlijk anders reageren wanneer de directeur op je werk dit doet. Je kunt voorbeelden van jezelf geven en vervolgens de uitleg dat dit te maken heeft met je beroepshouding.
Aansluitend of in en aparte les verder met de stellingen
1. Als ik boos ben kan je dat wel/niet aan me zien doordat ik ……
2. Als iemand tegen mij praat en diegene stottert heel erg dan ……..
3. Als iemand tegen mij zijn stem begint te verheffen dan …….
4. Als iemand mij pijn doet dan …….
5. Als ik iemand iets vertel en ik merk dat er niet geluisterd wordt dan ….
6. Als iemand mij uitlacht dan ……
7. Als ik ruzie maak met iemand, doe ik dit op de volgende manier (door b.v. te schelden, schreeuwen, niets zeggen, boos te kijken of anders) ….
Werkwijze bij het bespreken van de stellingen:
~ Bespreek in jullie groepje de stellingen.
~ Zet jullie mening per stelling op papier.
~ Wijs per stelling een persoon uit jullie groep aan die het woord
voert. Bij de volgende stelling is een andere aan het woord zodat
ieder een keer een stelling bespreekt [sommige doen er twee].
~ We gaan de stellingen klassikaal bespreken, per groepje is er
één persoon aan het woord.
De stellingen:
a. Een cliënt die veel vraagt, vind ik lastig; om hem dat af te leren, laat ik hem extra lang wachten.
b. Wanneer ik iemand help die in een rolstoel zit, vind ik dat zielig. Ik probeer altijd extra hartelijk te zijn.
c. Wanneer een oudere zichzelf nog kan aankleden, maar hem dat duidelijk moeite kost, dan kleed ik hem wel eens aan.
d. Ouderen hebben al zo weinig en je mag ze best eens verwennen.
e. Wanneer ik me niet lekker voel, dan zeg ik dat altijd eerlijk tegen de kinderen. Dan weten ze dat het niet met hen te maken heeft.
f. Aan de ene bewoner besteed ik meer tijd dan aan de andere.
Bewoners zijn zo verschillend. De ene heeft nu eenmaal meer tijd en aandacht nodig dan de andere.
Terug naar overzicht
Contact via info@feelwelcome.eu